De lange weg
Waarom een glad geplaveide weg wars van alle hindernissen
Geef mij dan maar de kronkelpaadjes,
Ik wil mij desnoods wel eens vergissen.
Misschien ontmoet ik achter een blinde hoek
een eenhoorn of een elfje of zoiets.
Misschien ben ik naar wat ik ooit verloren ben,
langs die lange harde kronkelweg op zoek.
Ik draag op mijn zelf gekozen pad
één rugzak volgestouwd met het verleden
en één met alles wat ik nog weg kan geven.
En als ik langs die weg die ik met nieuwe moed zal betreden.
De weg die niemand mij is voorgegaan,
ooit achter een blinde bocht een eenhoorn of een elfje zal zien staan.
Dan weet ik dat, hoe ongerijmd dan ook,
sprookjes niet altijd verzinsels zijn en feeën echt wel hebben bestaan.
Want begrijp me goed ik heb er één ontmoet
en haar gevraagd de hele lange weg
met mij zomaar blindelings mee te gaan.
Auteur: