Skip to main content

Het gedicht

Hugo Verhaege

E en vlinder


 

Een vlinder

Zij is een vlinder, zomaar,

alsof dit alledaags zou zijn.

Maar zij is niet zomaar,

zij is echt een vlinder

en ook niet alledaags.

Alleen zij die haar kennen,

en ik, zien haar als een vlinder.

Daarom vang ik haar niet,

ik kijk en koester haar,

maar laat ze vrij.

Vlinders sterven als je ze vangt.

Z ij moeten fladderen, honing puren,

met open vleugels van de zon genieten.

Maar ik weet of hoop

dat zij bij me blijft.

Als ik haar niet vang

dan is ze een beetje,

 ook mijn vlinder,

al was het maar voor even.

Hugo

 



Auteur:

Hugo Verhaege