Toen
Toen, niet zo lang geleden.
Want wat is de tijd,
een vleugje wind en voorbij.
Toen dus, hebben wij in volmaakte harmonie
met de zon in het gelaat
al die paden doorgewandeld, samen.
Ik herinner het mij nog
alsof het gisteren was.
Langs het strand, de zee
En de stuivende duinen.
Onze lach klaterde luid over de golven.
Vandaag liep ik met jou naast mij,
niemand heeft je gezien,
maar ik wist dat jij naast me liep.
Want ik voelde jouw warmte
en ik lachte luidkeels zoals vroeger,
en je lachte mee.
Niemand die je hoorde
ik alleen voelde de trillingen in de wind
van jouw lach.
Auteur:
Hugo Verhaege