Zonneklaar
Er zit wat mist in mijn kop,
Zoals buiten nu, een grijze kille winterdag
lusteloos, besluiteloos, gewoon op.
alle kerstverlichting opgeborgen
het licht is efkes gedoofd
God zij geloofd, en straks,
straks zullen we voor de paaseieren zorgen.
Geen nood de kerken lopen leeg,
maar de supermarkten zitten vol.
Klaar voor het feest en de nieuwe morgen
en zo verder en verder
want een kinderhand is gauw gevuld.
Alles komtweer goed zegt men
geduld, geduld, geduld.
En als dit niet meer lukt
dan is’ t ons eigen stomme schuld.
Misschien als we minder zouden willen
en wat meer om elkander geven.
De honger naar geborgenheid, naar elkaar,
al was het maar een beetje die te kunnen stillen.
Dan is er een echt begin, verdwijnt de mist en wordt alles zonneklaar.
Auteur: