Skip to main content

Het gedicht

Hugo Verhaege

De avond


De avond viel in zachte nevels.

Voor het duisterde

weerkaatste de ondergaande zon

haar stervend licht

in dauw druppelende glinsters

als diamanten tranen

op naakte takken.

De stilte smoorde de laatste klanken

in een uitstervend slotakkoord.

Ik huiverde van de plotse kilte

en schreed huiswaarts

en voelde de geesten van vroeger

met mij mee dwalen.

Ik was niet langer meer alleen

want ik herkende hun van lang geleden.

 



Auteur:

Hugo Verhaege