Kerstmis, steeds weer opnieuw
De schouders diep gebogen
schrijden wij
langs tot graniet bevroren aarde
en leeggeoogste akkers.
Kaalgetakte bomen grijnzen ons toe
in het door duister omgeven land
van Koning Winter.
Kortstondig heerst de dood
over ’t voorbije leven,
tot de poolster in een heldere sterrenhemel
door de nacht van de schepping,
de nieuwe geboorte
verkondigd in een taal zonder woorden,
maar van sprankelend licht
voor de nieuwe dageraad.
De blinde muren openden zich
voor het kind in ons.
En duizenden sterren schitterden,
als symbool van het leven
dat zich steeds weer herhaalt.
Auteur:
Hugo Verhaege