De zon heeft haar laatste licht verspilt
De zon heeft haar laatste licht verspilt
Tussen de kruinen van de bomen.
Het maantje zal nu overmoedig
haar spiegel zijn.
En de nachtuil heeft het rijk voor zich genomen.
De mensen rusten nu en dromen van wat tederheid
hun huid heeft honger naar tastende handen
en lippen die overmoedig en wellustig zoenen
maar alleen hun dromen liggen niet aan banden.
Als ’s morgens de zon weer zal ontwaken
De bomen in laaiende gloed ontbranden doet
Dan hebben wij weer van dezelfde broek een laken
En begint alles weer van voor af aan
Streng verboden elkander aan te raken.
Auteur:
Hugo Verhaege