Stilte
Stilte
Ze wandelden in stilte,
alsof ze reeds alles
lang geleden al
hadden gezegd.
Toen ik hun pad kruiste,
ik was trouwens alleen,
groette ik hen
zoals ik altijd wel deed
telkens ik iemand ontmoette.
Ze keken ietwat verbaasd.
dat ik de stilte verbrak
en het geluid van mijn stem
hun ontwaken deed
uit de lethargie
van hun dagelijks sleur.
En zij groetten terug,
heel timide,
maar toch opgelucht.
En de stilte brak in ontelbare
regenboogkleurige splintertjes.
Hugo
Auteur:
Hugo Verhaege